My Ecodesign

De ERP-RICHTLIJN Voor VENTILATIESYSTEMEN

De efficiëntie stijgt en het energieverbruik daalt: om deze doelstellingen ook op het gebied van ventilatiesystemen te behalen, zijn in het kader van de ErP-richtlijn op 1.1.2016 de verordeningen 1253/2014 en 1254/2014 van kracht gegaan. Op 1.1.2018 worden deze verordeningen nogmaals verstrengd.

Onderverdeling in drie categorieën

De richtlijnen zijn van toepassing voor ventilatiesystemen van meer dan 30 W. Naargelang de volumestroom zijn er drie categorieën:

  • Tot een volumestroom van 250 m³/u: ventilatiesystemen voor woningen (1254/2014).
  • Met een volumestroom van 250 tot 1000 m³/u: ventilatiesystemen voor residentiële en niet-residentiële gebouwen.
  • Met een volumestroom van meer dan 1000 m³/u: ventilatiesystemen voor niet-residentiële gebouwen (1253/2014).

Bij systemen met een volumestroom van meer dan 1000 m³/u onderscheidt de verordening systemen met alleen toegevoerde of afgevoerde lucht en systemen met toevoer- en afvoerlucht.

Het verschil in één- en twee- richtingsventilatiesystemen

Eenrichtingsventilatie-eenheden (EVE)

Om een optimale efficiënte werking van de ventilatie-eenheid te bereiken, moeten eenrichtingsventilatie-eenheden (EVE) vanaf 1.1.2016 over aandrijving met verschillende snelheden of aandrijving met variabele snelheid beschikken.

Hierdoor wordt het vermogen zo nauwkeurig mogelijk aan de daadwerkelijke behoefte aangepast.

Tweerichtingsventilatie-eenheden (TVE)

Aangezien tweerichtingsventilatie-eenheden over toe- en afvoer ventilatoren beschikken, zijn de vereisten voor deze categorie anders gedefinieerd. Maar net zoals de EVE’s vereisen ook deze eenheden sinds 2016 een meerfaseaandrijving om de efficiëntie te verhogen. Daarnaast moeten ze een vastgelegde interne SFP waarde hebben die voor elke luchtstroom individueel wordt berekend en toegevoegd. Daarbij mag het totaal de vastgelegde grenswaarde niet overschrijden.

Uitzonderingen bevestigen de regel

De nieuwe verordeningen zijn niet van toepassing voor de volgende ventilatiesystemen:

  • ventilatie-eenheden die met een of meerdere afzonderlijke ventilatoren en een elektrisch vermogen lager dan 30 W werken
  • ventilatie-eenheden met axiale of radiale ventilator in een omkasting
  • ventilatie-eenheden die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in noodgevallen.
  • ventilatie-eenheden die op een mediumtemperatuur van meer dan 100 °C werken.
  • ventilatie-eenheden waarvan de omgevingslucht van de motor buiten de luchtstroom en bij werking hoger is dan 65 °C is.
  • ventilatie-eenheden waarbij de mediumtemperatuur of omgevingstemperatuur van de motor, buiten de luchtstroom lager is dan -40 °C.
  • ventilatie-eenheden waarbij de voedingsspanning groter is dan 1000 V wisselstroom of 1500 V gelijkstroom.
  • ventilatie-eenheden die in giftige, corrosiegevoelige of ontvlambare omgevingen worden gebruikt.
  • ventilatie-eenheden die boven keukenapparaten als afzuigkappen worden geclassificeerd.
  • ventilatie-eenheden die in proceslucht worden gebruikt, zoals machineafvoer, serverkamers, datacentra, landbouwtoepassingen, gieterijen, hallen met industriële ovens, papierproductie, industriële keukens, circulatieventilatiesystemen in ‘clean rooms’, zwembaden enz.

Met Lossnay neem u het zekere voor het onzekere

Geen twijfel: de nieuwe verordeningen zijn erg zinvol met betrekking tot milieubescherming en efficiëntie. Veranderingen en nieuwe voorschriften betekenen ook meer werk voor projectontwikkelaars en installatiebedrijven. Goed dat u met de Lossnay producten kunt vertrouwen op oplossingen die al aan de ErP-richtlijn voldoen en onmiddellijk kunnen worden toegepast.

NAAR DE LOSSNAY-PRODUCTEN